woensdag 10 september 2008

Deel 4

Nou, omdat ik al zei, ik zou vandaag wat meer delen toevoegen, hier het volgende deel, deel 4! (Ik moet zeggen dat ik dit deel persoonlijk wat stroever geschreven vind, maar dat kan ook door mijn kritische zelfblik zijn...)

De gedaante gebaarde dat de drie hem moesten volgen. Toen ze de open plek uit waren zei Torrvyll:
‘Ik weet niet hoe ik u kan bedanken, –‘ De gedaante legde hem het zwijgen op met een handbeweging. Ze liepen verder, en Torrvyll merkte dat de gedaante een beetje mank liep. Toen de mantel bij een korte ophoging van het land even weggeleed zag hij een diepe, flink bloedende wond op het been van de man. Torrvyll zag aan de houding van de man dat het beter was er niet naar te vragen. Uiteindelijk, na ongeveer een uur lopen, kwamen ze bij een rivier aan. Al die tijd had de gedaante niets gezegd. Hij stopte bij een brede, oude, hoge boom. De gedaante trok een soort van liaan uit een groef in de boom, die de anderen nog niet hadden gezien. De gedaante gaf de liaan aan Nuyvrill, die hem aanpakte. De gedaante gebaarde dat Nuyvrill het touw goed moet vasthouden, ging eraan hangen en laat los. Nuyvrill schoot omhoog, de boom in.
‘Wow!’ riep die, verrast door de beweging. Nuyvrill verdween door het bladerendek, maar het touw viel terug naar beneden. Toen was Evan aan de beurt. Ook die werd onzichtbaar door het dichte bladerendek. Toen de gedaante de liaan Torrvyll aanreikte, zei die nog snel:
‘Bedankt voor je hulp. Je hebt mijn – ons leven gered.’ De gedaante knikte alleen maar en duwde de liaan in Torrvylls handen. Die pakte hem aan, trok hem naar beneden en toen vloog ook hij omhoog. Hij moest de neiging om te schreeuwen onderdrukken, het leek alsof zijn armen uit zijn schouders getrokken werden. Ook Torrvyll schoot door het bladerendek. Boven zag hij een soort van platform waar Nuyvrill en Evan stonden te wachten. Torrvyll liet de liaan los en kwam onhandig op het platform terecht. Torrvyll keek naar beneden, wachtend op de gedaante. Van bovenaf kon je wel door de bladeren heen kijken. De gedaante stond nog steeds beneden en maakt geen aanstalten de liaan vast te pakken. Integendeel, hij drukte hem terug in de groef in de boom. Toen de gedaante omhoog keek wees hij naar een soort karretje dat ze nog niet gezien hadden. De gedaante maakte de drie duidelijk dat ze naar de overkant van de rivier moesten. Toen pas zag Torrvyll dat er een kabel over de rivier gespannen was, waar het karretje aanhing.

Geen opmerkingen: