Hier is het tweede deel van hoofdstuk 1. De stukjes die ik post zijn niet zo lang, omdat ik nog niet zo ver ben. Bovendien is het niet handig, lijkt me. Nou goed, hier gaat ie dan!
Oh nee, dit gaat niet goed, dit gaat helemáál niet goed! In een reflex trok Torrvyll zijn zwaard en keek jachtig om zich heen. Hij besefte te laat dat zijn handeling een grote fout was. Een ijzingwekkende schreeuw klonk door de bergen, die Torrvyll zelfs kippenvel op zijn hoofd bezorgde. Er kwamen grote gespierde beesten te voorschijn, die in een snel tempo op de drie mannen afrenden. Een snelle schatting leidde tot een aantal van ongeveer tien. Het was gelukkig maar een kleine groep. Maar toch, vijf Bergscherka’s konden al met het grootste gemak een heel dorp uitroeien. Zij waren maar met zijn vier – nee wacht, drieën. Torrvyll zag dat Nuyvrill en Evan ook hun zwaard hadden getrokken. De paarden waren gevlucht, op Nuyvrill’s paard na. Wat niet zo onlogisch leek, aangezien die dood was. Langzaam werden de drie mannen steeds dichter bij elkaar gedreven, tot ze met hun ruggen tegen elkaar aan stonden. Met hun zwaarden geheven keken ze de monsterlijke koppen recht aan. Torrvyll had nog nooit een levende Bergscherka, of alleen al een Scherka gezien, en de aanblik maakte hem misselijk. De Scherka’s waren minstens zeven voet lang, en hadden een lelijke, zwartgrijze huid, waardoor het leek alsof de huid half weggerot was. Zelfs hun kop was gespierd. Even bleven ze de drie roerloos aanstaren met hun grote grijze ogen zonder oogleden. Toen vielen de Scherka’s aan. De eerste paar klappen dreven de drie uit elkaar. Vier Scherka’s dreven Torrvyll steeds verder naar achteren.
‘Een beetje hulp zal fijn zijn!’ riep hij in de richting van Nuyvrill en Evan, terwijl hij de grootste moeite had de krachtige slagen van de beesten te pareren. De kracht van die gespierde armen liet zijn armen trillen van inspanning. ‘Sorry, maar wij hebben het ook een beetje druk!’ riep Nuyvrill terug. Een snelle blik maakte duidelijk dat de andere zes Scherka’s Nuyvrill en Evan aanvielen. Meteen had Torrvyll er spijt van dat hij keek, want daardoor werd zijn zwaard uit zijn handen geslagen. Hij liep langzaam steeds verder naar achteren tot hij tegen de wand aanstond. Een Scherka hief zijn gigantische, smerige, vlijmscherpe bijl op, klaar om hem naar beneden te zwaaien en Torrvyll ermee uit te schakelen. Torrvyll sloot zijn ogen in voorbereiding op wat er komen zou. Hij hoorde de Scherka een kreet slaken en –
zaterdag 23 augustus 2008
donderdag 21 augustus 2008
Deel 1 (een klein stukje)
Hier komt een deel van het eerste hoofdstuk:
Redding
Torrvyll reed op zijn paard, Gryull, tussen twee hoge muren van donkere, bijna zwarte bergen heen. Ze reden al meer dan vijf uur door deze gang, en het gaf bepaald geen goed gevoel. Hij keek om zich heen, maar zag niets meer dan de grond, die zo droog was dat het leek alsof ze op steen reden, de zwarte bergen naast hem, de donkere, met sterren bezaaide hemel en zijn metgezellen. Achter hem reden zijn lijfwacht en Evan, naast hem reed zijn broer Nuyvrill. Torrvyll keek weer voor zich. Voor hen zag hij een donkere open plek. Hij slikte. Dat was de perfecte plek voor een hinderlaag.
Nee, niet zo negatief denken, er gebeurt vast niets. Hij keek naar Nuyvrill. Aan de uitdrukking op zijn gezicht bleek dat ook hij zich niet echt op zijn gemak voelde bij die open plek. Oh, oh. Torrvyll stopte even.
‘Moeten we echt daar doorheen?’ vroeg hij ongemakkelijk.
‘Wat, is onze dappere held bang?’ zei Evan spottend. Torrvyll balde zijn vuisten. Als hij niet zijn vaders raadgever was geweest, dan… Nuyvrill schonk hem een betekenisvolle blik. Torrvyll hoorde hem bijna denken; houd je koest, dat brengt alleen maar problemen. Torrvyll keek weer voor zich en reed door. De open plek kwam steeds dichterbij. Torrvyll bereidde zich voor op het ergste toen zijn paard de eerste stappen in de cirkel deed. Het leek wel een oude verzamelplaats, groot genoeg voor een markt. De plek was bijna volmaakt rond en omringd door metershoge bergen. Het leek wel alsof de plek was uitgehakt door – plots drong het tot Torrvyll door.
‘We moeten terug,’ zei hij snel. Hij was nog niet uitgesproken of er suisde een pijl vlak voor zijn neus langs.
‘Bergscherka’s,’ zei Nuyvrill. ‘Snel, weg van deze plek!’ Hij wilde net zijn paard omdraaien op het moment dat die midden in de borst werd geraakt door een pijl. Zijn paard zakte in elkaar en Nuyvrill viel eraf.
‘Nuyvrill!’ riep Torrvyll. Hij hoorde een korte schreeuw achter zich. Toen Torrvyll zich omdraaide zag hij zijn lijfwacht van zijn paard afvallen en toen roerloos op de grond blijven liggen.
Redding
Torrvyll reed op zijn paard, Gryull, tussen twee hoge muren van donkere, bijna zwarte bergen heen. Ze reden al meer dan vijf uur door deze gang, en het gaf bepaald geen goed gevoel. Hij keek om zich heen, maar zag niets meer dan de grond, die zo droog was dat het leek alsof ze op steen reden, de zwarte bergen naast hem, de donkere, met sterren bezaaide hemel en zijn metgezellen. Achter hem reden zijn lijfwacht en Evan, naast hem reed zijn broer Nuyvrill. Torrvyll keek weer voor zich. Voor hen zag hij een donkere open plek. Hij slikte. Dat was de perfecte plek voor een hinderlaag.
Nee, niet zo negatief denken, er gebeurt vast niets. Hij keek naar Nuyvrill. Aan de uitdrukking op zijn gezicht bleek dat ook hij zich niet echt op zijn gemak voelde bij die open plek. Oh, oh. Torrvyll stopte even.
‘Moeten we echt daar doorheen?’ vroeg hij ongemakkelijk.
‘Wat, is onze dappere held bang?’ zei Evan spottend. Torrvyll balde zijn vuisten. Als hij niet zijn vaders raadgever was geweest, dan… Nuyvrill schonk hem een betekenisvolle blik. Torrvyll hoorde hem bijna denken; houd je koest, dat brengt alleen maar problemen. Torrvyll keek weer voor zich en reed door. De open plek kwam steeds dichterbij. Torrvyll bereidde zich voor op het ergste toen zijn paard de eerste stappen in de cirkel deed. Het leek wel een oude verzamelplaats, groot genoeg voor een markt. De plek was bijna volmaakt rond en omringd door metershoge bergen. Het leek wel alsof de plek was uitgehakt door – plots drong het tot Torrvyll door.
‘We moeten terug,’ zei hij snel. Hij was nog niet uitgesproken of er suisde een pijl vlak voor zijn neus langs.
‘Bergscherka’s,’ zei Nuyvrill. ‘Snel, weg van deze plek!’ Hij wilde net zijn paard omdraaien op het moment dat die midden in de borst werd geraakt door een pijl. Zijn paard zakte in elkaar en Nuyvrill viel eraf.
‘Nuyvrill!’ riep Torrvyll. Hij hoorde een korte schreeuw achter zich. Toen Torrvyll zich omdraaide zag hij zijn lijfwacht van zijn paard afvallen en toen roerloos op de grond blijven liggen.
Het begint
Hallo, mensen!
Ik heb dit blog aangemaakt om er mijn verhalen in delen te posten. Ik had van meerdere mensen gehoord dat mijn verhalen niet al te slecht waren, en toen kwam het idee bij mij op om het in chronologische volgorde op een site te plaatsen.
Ik ben pas 15, dus mijn stijl moet zich nog ontwikklen, en waarschijnlijk zal het meerdere malen aangepast worden. Maar hier komt in ieder geval het huidige verhaal te staan.
Ik begin met 1 verhaal, het begin van mijn fantasy-boek, in de oude vertrouwde Middle-Aged-stijl. Ik ben nog maar in het begin bezig, dus veel is het niet, maar hier een samenvatting wat er gebeurt:
Torrvyll is op weg met zijn oudere broer Nuyvrill, als ze in de bergen plots worden aangevallen door kwaadwillende Scherka's. Ze verweren zich dapper, maar de Scherka's zijn in het voordeel. Als Torrvyll ontwapend tegen de muur aan komt te staan lijkt alles verloren, maar plots wordt hij te hulp gesprongen door een onbekende, gehuld in een gewaad. De Gedaante drijft de Scherka's terug en leidt Torrvyll en zijn metgezellen naar een vreemd volk, wat leeft in een gigantische grot hoog in de berg. Maar daar gaan vreemde verhalen in de rondte, en Torrvyll komt de mysterieuze Gedaante daar tegen. Wat is er allemaal aan de hand? En wat zal de rol van de twee broers zijn in wat er nog moet komen?
Tot nu toe zal alleen dit verhaal hier gepost worden.
Ik wens u veel leesplezier, en mailen mag. ;)
xX & BB, Yuni
Ik heb dit blog aangemaakt om er mijn verhalen in delen te posten. Ik had van meerdere mensen gehoord dat mijn verhalen niet al te slecht waren, en toen kwam het idee bij mij op om het in chronologische volgorde op een site te plaatsen.
Ik ben pas 15, dus mijn stijl moet zich nog ontwikklen, en waarschijnlijk zal het meerdere malen aangepast worden. Maar hier komt in ieder geval het huidige verhaal te staan.
Ik begin met 1 verhaal, het begin van mijn fantasy-boek, in de oude vertrouwde Middle-Aged-stijl. Ik ben nog maar in het begin bezig, dus veel is het niet, maar hier een samenvatting wat er gebeurt:
Torrvyll is op weg met zijn oudere broer Nuyvrill, als ze in de bergen plots worden aangevallen door kwaadwillende Scherka's. Ze verweren zich dapper, maar de Scherka's zijn in het voordeel. Als Torrvyll ontwapend tegen de muur aan komt te staan lijkt alles verloren, maar plots wordt hij te hulp gesprongen door een onbekende, gehuld in een gewaad. De Gedaante drijft de Scherka's terug en leidt Torrvyll en zijn metgezellen naar een vreemd volk, wat leeft in een gigantische grot hoog in de berg. Maar daar gaan vreemde verhalen in de rondte, en Torrvyll komt de mysterieuze Gedaante daar tegen. Wat is er allemaal aan de hand? En wat zal de rol van de twee broers zijn in wat er nog moet komen?
Tot nu toe zal alleen dit verhaal hier gepost worden.
Ik wens u veel leesplezier, en mailen mag. ;)
xX & BB, Yuni
Abonneren op:
Posts (Atom)